Afgelopen weekend mochten we een Japanse tuin in België bezichtigen. Het was de mooiste Japanse tuin die ik ooit buiten Japan heb gezien. De tuineigenaren (Roger en Eloisa) begrijpen als geen ander hoe een mooie Japanse tuin hoort te zijn. Allereerst het onderhoud. De tuin was perfect onderhouden. Dat is essentieel voor een Japanse tuin. Alle bomen en struiken waren gezond en mooi gesnoeid. Nergens zag je onkruid. Zelfs de paden waren onberispelijk. Ten tweede de stenen. Stenen zijn heel belangrijk in een Japanse tuin. Bij stenen is zowel de vorm, de steensoort, de grootte als de positie van groot belang. Roger en Eloisa hebben heel veel stenen. En ze hebben elke steen persoonlijk uitgezocht en geplaatst. Ze streven naar perfectie en dat is te zien. Ten derde de beplanting. De tuin is heel erg groen. En dat is zeer rustgevend. De meeste planten zijn wintergroen. In de theetuin staan 58 camelia’s. Maar er zijn ook bladverliezende bomen, zoals esdoorns, voor de herfstkleuren. Bijna overal is dezelfde bodembedekker toegepast, namelijk waldsteinia ternata. Het bleek de ideale bodembedekker. Hij is wintergroen, onderdrukt alle onkruid en je kunt erover lopen. Voor de tamamono en o-karikomi, is ilex crenata gebruikt.
Het voordeel van deze Japanse hulst is, dat hij heel snel groeit. Je hebt dus snel een mooie halve bol. Maar dat is ook een nadeel: je blijft snoeien. Deze tuin toont dat het met kennis en doorzettingsvermogen ook in het westen mogelijk is om een prachtige Japanse tuin te hebben. Anemonopsis macrophylla is een schaduwplant die je hier niet vaak ziet. Na lang zoeken vond ik in 2008 een kwekerij waar ze te koop waren. Ik heb er toen drie gekocht. Ze bloeiden uitbundig in augustus van dat jaar. Maar het volgende voorjaar werden ze direct na opkomst door de slakken vernietigd. Er was niets van over. Dus ik dacht: ‘uithuilen en opnieuw proberen’ en heb in 2010 weer één gekocht. In juni dit jaar zaten er al vier bloemknoppen aan. Het duurde bijna een maand voordat ze volledig open waren. Vorige week was ze uitgebloeid. Hopelijk krijgt ze zaailingen. Net zoals in het wild in Japan. De slakken zijn tot nu toe uit de buurt gebleven. Er waren dit jaar tot nu toe niet veel slakken. Misschien omdat we nu zo veel padden hebben.
P.S. Op de blog ‘Teza’s Hortus Magnificum’ staat vandaag ook een enthousiast verhaal over Anemonopsis macrophylla. Ik zag twee wantsen in de tuin. Mijn eerste gedachte was: ‘Oh wat mooi, daar moet ik een foto van maken.’ Daarna bedacht ik dat insecten zich nogal snel voortplanten. Vandaag zijn het er twee, morgen zijn het er tweehonderd. Dus voor de zekerheid heb ik even opgezocht of ze schadelijk of nuttig zijn. Gelukkig kunnen ze weinig kwaad. Ze schijnen zelfs bladluizen te eten. Nuttig dus!
Het blijft maar regenen. Ik heb er nu wel genoeg van. Als het goed was voor de planten , dan zou ik het misschien minder erg vinden. Maar geen van de planten is groter, groener of gezonder geworden in de afgelopen weken. Sommige beginnen zelfs gele bladeren te krijgen. Door al die regen ontstaat een gebrek aan voedingsstoffen. Al het goede spoelt weg. Het komt door die droge zandgrond. Ik had verwacht dat de structuur van de grond na al die jaren wel beter zou zijn. Ik strooi elk jaar minstens een kuub compost in de tuin. Maar het helpt niet genoeg. Daarom ben ik vorig jaar begonnen met het toevoegen van bentoniet. Ik voeg 6 eetlepels bentoniet toe aan elke 20 liter compost. Bentoniet bestaat uit klei mineralen. Ik las ergens dat je klei en zand nooit mag mengen omdat je dan cement krijgt. Ik ga er maar van uit dat klei met compost en zand wel mag. Zo niet, dan kunnen we straks zwemmen in de tuin.
Dit is een bloem van Rhododendron ‘Blue Diamond’. Dit jaar bloeit hij voor het eerst echt. Andere jaren waren er geen bloemen van betekenis. Ik snoeide hem wel altijd begin juni. Want bloeiende heesters moeten vlak na de bloei worden gesnoeid. Anders snoei je de bloemknoppen eraf. En op het plantenlabel staat dat hij in april/mei bloeit. Dit jaar heb ik hem niet gesnoeid.
Nu blijkt dat hij bloeit in augustus. Ik snap er niets van maar ik vind het prima. Ik ben dol op mos. Ik heb al van alles gedaan om mos te laten groeien in onze tuin. Met weinig succes. Meerdere mensen hebben mij mos gegeven. Want de meeste andere mensen hebben liever geen mos in hun tuin. Maar ook dat droogde uit of werd door vogels weggehaald. Uiteindelijk accepteerde ik dat mos op den duur vanzelf ontstaat op plekken die daarvoor geschikt zijn. Maar toe zag ik bij Tokyu Hands in Tokyo pakjes met mos vellen. Deze tekst staat op de verpakking: Eindelijk na 400 miljoen jaar evolutie. He! 't is niet waar! Echt wel! Allerlei objecten kunnen worden bemost. Dit is 's werelds eerste mos-vel genaamd "'koke perotto"! De wereld ontstond 5 miljard jaar geleden, mos 400 miljoen jaar geleden. Mos leefde lange tijd sober en onopgemerkt. Wat betreft "koke perotto" kun je zeggen dat de green-tech technologie het mogelijk maakt om op kunstmatige wijze dit natuurlijke materiaal te produceren. Je kunt wel denken "Hé, ik wil mos in mijn tuin", maar als je mos op natuurlijke wijze laat groeien, duurt dat minstens 10 jaar, wordt gezegd. Met "koke perotto" is het voor het eerst mogelijk om mos te plakken op aarde, zand/grind en stenen en ander anorganisch materiaal, het is eenvoudig, iedereen kan het. Bovendien kunt u kiezen uit drie typen, voor optimale aanpassing aan de gebruiksomstandigheden. Probeert u alstublieft deze "droom". De 3 soorten: SUNA(Zand)-mos (zon) HAI(As)-mos (half-schaduw) SINOBU(Verborgen)-mos (schaduw) Eigenschappen en gebruik: In tegenstelling tot een grasveld is het eenvoudig aan te leggen, en heb je geen gedoe met bemesten en maaien.
Ik kocht twee pakjes. Want ik ben nogal goedgelovig. In ieder pakje zaten drie velletjes. Twee maanden geleden legde ik de velletjes in de tuin. En hoewel het de afgelopen zes weken vrijwel onafgebroken heeft geregend, is er geen mos te bekennen. Nou ja, niets aan te doen. Gelukkig zijn er andere plaatsen in de tuin waar langzaam vanzelf mos begint te groeien. Het is nog lang geen mos-tuin, maar het begin is er! Er groeien dit jaar veel zaailingen in de tuin. Ook van mooie planten. Eigenlijk is het zonde om ze allemaal weg te gooien. Maar ik heb ook niet genoeg plaats om ze allemaal te bewaren. Gelukkig kocht ik schattige kleine potjes in een tuincentrum in Japan . Ik kocht ook een boek over kleine potjes met kleine plantjes en mos. Die zagen we veel in Japan. Daar houden ze van alles dat klein en schattig is. Het boek is meer ter inspiratie, want het is volledig in het Japans, dus ik kan er geen woord van lezen. Nu heb ik minipotjes met miniboompjes. Eén met taxus en met een hazelnoot en één met Japanse esdoorn.
Voor de rest van de zaailingen van Acer japonicum 'Aconitifolium' zoek ik nog een bestemming. |
Categories
Alles
Archives
December 2023
|